De grote Lasquiz!

Wat is het verschil tussen “inert gas” en “aktief gas”?

Inert gas geeft energie aan de lasboog, aktief gas ontneemt energie aan de lasboog.

Aktief gas is een edelgas, Inert gas niet.

Inert gas geeft een betere boogbescherming dan aktief gas.

Inert gas heeft geen deelname in de boog, aktief gas wel.

Correct! Wrong!

Welke afkortingen worden gebruikt voor wisselstroom en gelijkstroom?

WS en GS

V en A

S en P

AC en DC

Correct! Wrong!

Boven welk koolstof % spreekt men van “slecht lasbaar”?

0,2 %

0,9 %

1,7 %

2,0 %

Correct! Wrong!

Noem 2 methoden van inwendig ND onderzoek.

Macroscopisch en Microscopisch onderzoek.

Radiografisch en Ultrasoon onderzoek.

Magnetisch en radiografisch onderzoek.

Visueel onderzoek en breekproef.

Correct! Wrong!

Noem 3 destructieve onderzoeken.

Visueel, hardheid en ultrasoon.

Trekproef, buigproef en kerfslagproef.

Kerfslag, macroscopisch en infrarood.

Breekproef, buigproef en penetrant.

Correct! Wrong!

Noem 3 documenten van het Laskwaliteits- syteem.

Lasdiploma, Lascertificaat en LMB.

LMB, VCA-diploma en IWP-diploma.

LMK, LK en WPS

Lasmethodebeschrijving, lasmethodekwalificatie en VTW-2 certificaat.

Correct! Wrong!

Noem 2 lasprocessen die vallen onder “smeltlassen zonder boog”.

Elektronenbundellassen en laserlassen.

Puntlassen en TIGlassen.

TIGlassen en MIG/MAGlassen.

Wrijvingslassen en Laserlassen.

Correct! Wrong!

Wat wordt er in een lasmachine gebruikt om van wisselstroom gelijkstroom te maken?

Transformator.

Batterijen.

Light-emitting diode.

Gelijkrichter (brug)

Correct! Wrong!

Noem 3 chemische elementen die in staal beschouwd worden als verontreiniging.

Koolstof (C ), Magnesium (Mg) en Silicium (Si).

Silicium (Si), Waterstof (H2) en Stiksstof (N2).

Zwavel (S), Fosfor (P) en Waterstof (H2).

Calcium (Ca), Kalium (K) en Helium (He).

Correct! Wrong!

Noem 2 verschillende soorten breuk die je kunt zien na het falen van een constructie.

Koudscheur en warmtescheur

Taaie breuk en kruip

Taaie breuk en brosse breuk

Waterstof breuk en staalbreuk

Correct! Wrong!

Waarvoor moet je zorgen bij een lasverbinding in BW, tussen een dunne- en een dikke plaat?

Zo dik mogelijke las.

Lassen van beide zijden.

Naverwarmen op 50° C.

Voor een vloeiende overgang.

Correct! Wrong!

Welke belastingen kunnen optreden bij constructies?

Druk en openbelasting

Straat en energiebelasting.

Slag en wisselende belasting

Statische en dynamische belasting.

Correct! Wrong!

De grote Lasquiz!

Nog even oefenen